Mysterie en naastenliefde zijn als een Siamese tweeling waarbij de ene slaapt als de ander waakt. Ze zijn bijna nooit tegelijkertijd wakker.” ~Stijn Fens

Op tempeltheologie.nl wil ik laten zien hoe tempeltheologie praktisch gemaakt kan worden in nieuwe vormen van kerk-zijn. De uitwerking van tempeltheologie in een “priesterkerk” is  niet de enige manier om hier handen en voeten aan te geven en zeker niet de enige manier van kerk-zijn. Wel denk ik dat het goed is om de theoretische bezinning op tempeltheologie niet los te zien van haar werking in de praktijk. Veel tempeltheologie gaat immers om een “belichaamde spiritualiteit” met rituele en symbolen, spel en kunst, oefening en vorming. Ik zie mogelijkheden voor een totaalplaatje van kerk-zijn; het zou goed zijn om de lokale kerk als verenigingsmodel op te laten schuiven in twee richtingen namelijk de priesterkerk als solide centrum en de reisgenoten als lichte fluïde netwerken daar om heen. 

In het algemeen kun je stellen dat met het oog op de toekomst  de kerk zich het beste op kan splitsen in twee hoofddelen: aan de ene kant de centrale, open, speelse, inclusieve priesterlijke kerk voor iedereen en aan de andere kant de netwerkende, gesloten, exclusieve reisgenoten netwerken voor gecommitteerde (neo-monastieke) gelovigen. 

De manier waarop ik dit vormgeef, is in de vorm van karakters (bijvoorbeeld “de Gast“). Elk karakter staat voor een rol die gespeeld kan worden in de toekomst van de kerk. 

LOKALE KERKEN NU

In de protestantse traditie kennen veel lokale kerken een vormgeving welke afgestemd is op de woordverkondiging, de samenzang en de centraal geleide liturgie, of in meer evangelische kring: de podiumervaring met worship en spreker. De priesterkerk zou zich veel beter lenen voor een “kerk als experience”. Een gebouw ingericht voor het spel van de hemelreis met allerlei kunst- en communicatievormen, een soort creatieve tempel. De priesterkerk zou een open uitstraling moeten hebben waarbij de liturgie langdurig is om de mogelijkheid te geven in en uit te lopen. De klassieke onderdelen uit een kerk zoals onderwijs kunnen plaatsvinden in het meer fluïde netwerk deel van de kerk: Reisgenoten. 

Wat betreft hun commitment verschillen lokale kerken  behoorlijk in hun inclusieve dan wel exclusieve aard. Sommige exclusieve kerken kennen een belijdend lidmaatschap, andere rituelen welke in- of juist uitsluiten, weer andere kennen een ethische begrenzing. De priesterkerk hoeft nooit iemand als mens uit te sluiten. Ze is inclusief vanwege de present stelling van Christus als Priester-Koning in de hemelse tempel. En als mensen geroepen zijn om Christus te volgen naar zijn nieuwe wereld als alternatieve mensheid en zo als reisgenoot te gaan oefenen onderweg dan is dit niet een vraag van het heil, maar van de betekenis van het leven. De uitverkiezing voor de exclusieve deel is geen soteriologische kwestie, maar een ecclesiologische. 

Veel lokale kerken kennen een structuur waarin het lidmaatschapsmodel en de samenkomsten van de vereniging centraal staan. De opvoeding en inwijding zijn gericht op het deel uit gaan maken van de gelovige vereniging, waarbij geloof eerder een “set of beliefs” is dan een “set of practices”. De evangelisatie en gemeentestichting of pionierswerk is er vroeg of laat op gericht: wanneer worden mensen “gelovig”. Alle activiteiten voor de “geloofsstap” zijn opstapjes naar het belangrijkste moment: de inwijding in de geloofswaarheid. Vanuit tempeltheologie redeneer je niet: hoe komen mensen tot het ware geloof, maar: hoe komen mensen binnen in Gods tempel met hun gebeden en gaan ze naar buiten als gezegende mensen. En daarnaast: Hoe worden mensen die geroepen worden om Jezus te volgen een nieuwe mensheid door te oefenen en te ervaren, niet door het onderschrijven van dogma’s.

EERSTE LIJN: DE PRIESTERKERK

Een priesterlijke lijn, waarbij de kerk een inclusieve plaats is waar het heilige zich ontvouwd als een heilig spel om God en mens, sacraal en profaan, aan elkaar te verbinden. De hemel komt op aarde. De “gelovige” maakt geen nieuwe gelovige maar zijn missionaire werk bestaat uit speler zijn in het spel en mensen meenemen als priester naar God en Gods zegen naar de mens. De gelovige wordt hiermee, zoals de priester, een bemiddelaar tussen het profane en het sacrale. De Priesterkerk is de verticale lijn tussen hemel en aarde:

TWEEDE LIJN: DE REISGENOTEN

De monastieke lijn, waarbij de kerk een exclusieve plaats is waarbij het heilige zich ontvouwd in de reis die gelovigen maken om een alternatieve mensheid te zijn, een volk van reisgenoten op weg naar de nieuwe wereld die Jezus aan het maken is. De “gelovige” laat zich trainen en oefent voor zijn burgerschap van Gods Koninkrijk. Reisgenoten is de horizontale lijn tussen oorsprong en toekomst:

In een schema hebben beide richtingen, de verticale verbinding tussen hemel en aarde in de Priesterkerk en de horizontale lijn van oorsprong naar toekomst hun eigen kenmerken:

PriesterReisgenoot
De kerkKerk als TempelKerk als Reisgenootschap
Functie kerkSpel, MystagogieReis, Neo-monastiek
GelovigeSpelende priesterOefenende reisgenoot
DrempelInclusief, naar buitenExclusief, naar binnen
DoelHeling van mens en aardeVorming alternatieve mensheid
AardSolide, centrumFluïde  netwerk